geschiedenis van Pendrecht

 


 

Twee namen zijn onlosmakelijk met de geschiedenis van Pendrecht verbonden: Lotte Stam-Beese en Onze Woongemeenschap (OWG).

 

De stedenbouwkundige Lotte Stam-Beese (1903-1988), die bekend zou worden als de moeder van Pendrecht, kwam in 1946 terecht bij de gemeentelijke Dienst Stadsontwikkeling. Daar kon ze meteen aan de slag: de op 14 mei 1940 gebombardeerde binnenstad moest weer worden herbouwd en er waren nieuwe wijken nodig om de woningnood te bestrijden. De eerste wijk die Lotte Stam-Beese ontwierp was Kleinpolder. In oktober 1949 presenteerde zij haar definitieve ontwerp voor de nieuw te bouwen wijk Pendrecht. Het zou nog tot 1953 duren voordat de eerste paal de grond in ging. Maar het unieke is dat Pendrecht bijna geheel volgens dat oorspronkelijke plan is gebouwd. Wie de tekening van Stam-Beese uit 1949 bekijkt, herkent direct dat het om Pendrecht gaat: in veel straten kun je zonder moeite de huizenblokken aanwijzen die er vandaag de dag nog staan!

 

Lotte Stam-Beese, die in 1968 met pensioen ging, heeft 5 Rotterdamse wijken ontworpen. Behalve Kleinpolder en Pendrecht waren dat Westpunt (Hoogvliet), Het Lage Land (Prins Alexanderpolder) en Ommoord.

 

Op 9 maart 1950 wordt de woningbouwvereniging Onze Woongemeenschap (OWG) opgericht. Dit gebeurde in een zaaltje aan de Blazoenstraat waar enkele leden van de Partij van de Arbeid een bijeenkomst hielden. Twee aanwezige raadsleden, Jan Spronkers en Meijer Frenkel, speelden al in 1946 met de gedachte om een woningbouwvereniging op te richten om zo betrokken te blijven bij de bouw van nieuwe woonwijken op Rotterdam Zuid. Hun ideaal werd nu werkelijkheid want nog dezelfde avond werd er een voorlopig bestuur gevormd en een voorlopige Raad van Commissarissen benoemd. Het enthousiasme was zo groot dat niemand er aan dacht om een geschikte naam voor de nieuwe vereniging te bedenken. Dat gebeurde pas later en het werd "Onze Woongemeenschap", een naam waaruit duidelijk het streven naar saamhorigheid bleek.

 

Het ledental van de jonge vereniging steeg in hoog tempo: niet alleen omdat men de doelstellingen steunde maar ook om t.z.t. kans te maken op een woning. Het lidmaatschap kostte toen zegge en schrijve een kwartje (€ 0,11) per maand! De verplichting om lid te worden van OWG als je een huis huurde of je liet inschrijven als woningzoekende is pas in 1986 afgeschaft.

Op 30 augustus 1951 wordt OWG koninklijk goedgekeurd wat betekent dat men zich daadwerkelijk bezig kan gaan houden met woningbouw. Nog geen jaar later, op 9 mei 1952, wijst de gemeenteraad de bouw van Pendrecht 1 toe aan OWG.

 

Op 21 december 1953 staat aan het einde van de Oldegaarde, nabij de Groene Kruisweg, de heimachine klaar: de bouw van Pendrecht kan beginnen! De eerste paal wordt (uiteraard) geslagen door Lotte Stam-Beese. Ruim 3 maanden later, op 29 maart 1954, wordt de eerste steen gelegd voor het huizenblok Oldegaarde 988-998, bestaande uit 6 eengezinswoningen en een kantoorruimte. Deze symbolische eerste steen, een gevelsteen met inschrift, werd ingemetseld in de zijgevel van Oldegaarde 998A. Tegen dit huis was de kantoorruimte gebouwd (nummer 998B) dat het eerste onderkomen van OWG zou worden.

 

Op 2 november 1954 wordt het blok opgeleverd; onder grote belangstelling reikt wethouder Meertens de sleutels uit aan de gelukkigen. Het eerste huurcontract gaat naar Meijer Frenkel, secretaris-penningmeester van OWG, die het huis op nummer 998A betrekt en daarmee kan worden aangemerkt als de eerste Pendrechtenaar. De huizen zijn voor die tijd goed ingericht en hebben als bijzonderheid op de slaapverdieping tuimelramen die om een horizontale as draaien waardoor ze ook aan de buitenzijde gemakkelijk te zemen zijn.

 

De bouw van Pendrecht 1 verloopt voorspoedig. Op 16 september 1955 wordt het winkelcentrum aan de Zijpe feestelijk geopend. Net als de twee jaar eerder geopende Lijnbaan is de Zijpe autovrij.

Op 21 juli 1956 is Pendrecht 1 klaar. Ondertussen gingen in de overige delen van Pendrecht de andere woningbouwcorporaties aan de slag. Tussen 1954 en 1960 ontstonden zo Pendrecht 2, 3, 4, 5 en 6. Het noordelijke deel van Pendrecht 7 wordt eveneens toegewezen aan OWG en wordt tussen 1956 en 1960 gebouwd. Als laatste ontstaat Pendrecht 8; hier zijn alleen particuliere verhuurders en koopwoningen te vinden. Daarmee komt voorlopig een einde aan de bouwactiviteiten, pas in latere jaren zouden diverse open plekken nog opgevuld worden.

 

Ondanks de relatief hoge huren was er heel veel belangstelling voor de woningen in het nieuwe Pendrecht. Maar de selectieprocedure was streng, het was niet ongebruikelijk dat de woninginspectrice eerst thuis kwam kijken of je wel schoon en netjes genoeg was om voor een Pendrechtse woning in aanmerking te komen. Als je dan uiteindelijk je handtekening onder het huurcontract had gezet, dan had je nog met allerlei regels te maken. Zo was het in de flats absoluut verboden om de gemeenschappelijke hal als bergplaats te gebruiken. In de portiekflats waren de bewoners gezamenlijk verantwoordelijk voor het schoonhouden van het trappenhuis. En wee je gebeente als je je wasgoed aan de straatkant te drogen hing, dan kreeg je een vermanend woord van de opzichter... Voetballen in de gemeenschappelijke tuinen was eveneens uit den boze, de politie schroomde niet om de bal in beslag te nemen.

 


 

De woonbuurten waren oorspronkelijk genummerd en wel van 1 t/m 8, in de volgorde waarin ze gebouwd zijn. De verschillende buurten kwamen destijds bij de volgende huiseigenaren in eigendom:

Waarom zo veel verschillende huisbazen in één wijk? Dat had te maken met het feit dat veel corporaties een christelijke stroming of een politieke richting aanhingen. Deze verzuiling speelde in die tijd een veel grotere rol dan nu.

In de zestiger jaren besluit de Rotterdamse gemeenteraad tot herverkaveling: de wijken moeten zoveel mogelijk in het bezit komen van één corporatie. Voor Pendrecht wordt dat OWG, ook uit historisch oogpunt gezien een juiste beslissing. De eerder genoemde corporaties dragen in de loop der jaren hun bezit over aan OWG die hiermee de grootste huisbaas in de wijk wordt. Uiteindelijk krijgt OWG (thans: Woonstad Rotterdam) het beheer over Pendrecht 1, 2, 3, 5, 6 en het noordelijke gedeeltelijk van 7. Alleen Patrimonium (thans: Vestia Rotterdam) bezit tot op de dag van vandaag nog 408 woningen in Pendrecht 4.

 


 

In de jaren negentig vinden er allerlei ontwikkelingen in de volkshuisvesting plaats waardoor de rol van woningbouwverenigingen verandert. Veel verenigingen worden stichtingen en daarna komt er een grote fusiegolf. Ook OWG ontkomt hier niet aan: op 16 december 1995 wordt OWG officieel een stichting onder de naam Woningstichting OWG. Op 1 december 1999 (amper een jaar voor het 50-jarig bestaan) fuseert OWG met de Stichting Volkswoningen tot een nieuwe corporatie: de Nieuwe Unie. Daarmee verdwijnt voorgoed de naam "Onze Woongemeenschap", de corporatie die vanaf het begin bij Pendrecht betrokken is geweest.

Op 1 augustus 2007 fuseert de Nieuwe Unie met het Woningbedrijf Rotterdam (WBR) tot Woonstad Rotterdam. In de daaropvolgende twee jaar integreren de beide organisaties tot een nieuwe corporatie maar werken nog onder hun oorspronkelijke namen. Vanaf 1 juli 2009 presenteert Woonstad Rotterdam zich aan huurders en relaties in haar nieuwe vorm en daarmee komt er officieel een einde aan de Nieuwe Unie.

 

In de negentiger jaren zou er in Pendrecht nóg iets vertrouwds gaan verdwijnen: de buurtindeling met nummers. Tegenwoordig is de wijk in vieren verdeeld en is iedere buurt genoemd naar een straat die er doorheen loopt. De volgende namen zijn nu in gebruik: Zierikzeebuurt (Pendrecht 1), Herkingenbuurt (Pendrecht 2 en 3), Tiengemetenbuurt (Pendrecht 4, 5 en 6) en Ossenissebuurt (Pendrecht 7 en 8). Voor mensen van buiten de wijk zijn de buurtnamen een stuk duidelijker dan de oorspronkelijke aanduidingen met nummers.

 


 

De eerste woningen van Pendrecht, het blok Oldegaarde 988-998, zouden de 50 jaar nèt niet halen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de woningen te renoveren maar na een bouwtechnisch onderzoek is gebleken dat een opknapbeurt niet meer rendabel is. Daarmee is de sloop onafwendbaar geworden en op 1 januari 2003 gaat de verhuurstop in. Enkele huizen worden tijdelijk nog voor andere doeleinden gebruikt: het hoekhuis (met de witgeschilderde gevel) doet nog dienst als onderkomen voor buurtmoeder Claudette de Agua Rosada, daarnaast is het atelier van wijkkunstenaar Rex Mundio en het een na achterste huis is in gebruik door de Antennes van Charlois.

In de zomer van 2004 worden de huizen met de grond gelijk gemaakt. Kort voor de afbraak is de eerste steen verwijderd en opgeslagen bij de Nieuwe Unie. Op 24 februari 2006 is de steen overgedragen aan de Bewonersorganisatie Pendrecht, klik hier om te lezen hoe dit gegaan is.

 

De linker foto hierboven toont de oudste woningen van Pendrecht, enkele dagen voor de sloop. Ik was nog net op tijd om het nummerbord van het oudste huis van Pendrecht te redden. Rechts is de kale plek te zien nadat het sloopafval is opgeruimd. Persoonlijk blijf ik het jammer vinden dat dit blok niet behouden kon blijven, het was letterlijk en figuurlijk de kiem van de wijk. Hopelijk komt de gedenksteen uit 1954 t.z.t. terug in de nieuwbouw, dan is er tenminste nog een tastbare herinnering aan deze historische plek waar destijds de bouw van Pendrecht begon!

 

Op 16 mei 2007 heeft deelraadslid Ed Goverde de eerste paal geslagen voor de nieuwe woningen op deze locatie; het bouwproject heeft als naam De Eilanden gekregen. De bouw verloopt voorspoedig en in het voorjaar van 2008 zijn de woningen opgeleverd. Het zijn naar mijn mening mooie huizen geworden, met aandacht voor details, en de dakkapellen geven er toch een extra accent aan. De huizen op de plek van het toenmalige eerste blok hebben dezelfde nummers gekregen als hun voorgangers (988-998), alleen het laatste huis heeft geen toevoeging A meer.

 

Omdat het koopwoningen zijn was het niet zonder meer mogelijk om de eerste steen hier terug te plaatsen. Later ontstond het idee om de steen bij de Zijpe te plaatsen en dat is in mei 2014 gebeurd: de steen is opgenomen in een speciaal daarvoor gemetseld muurtje op de hoek van de Zijpe en de Schuddebeursstraat (zie voor meer bijzonderheden de pagina Kunstwerken).